Familienamen
De meeste inwoners van Nederland hadden voor de inlijving van Nederland door Frankrijk al een familienaam die echter niet officieel geregistreerd was, maar ontstaan was uit het patroniemensysteem. Een patroniem of vadersnaam geeft aan hoe de vader van de naamdrager heet en is dus afgeleid van de naam van de vader. Bekende voorbeelden hiervan zijn: Willemsen (Willemszoon), Janssen (Janszoon), Pietersen (Pieterszoon). Maar omstreeks 1800 was het patroniemensysteem nog volop in gebruik, om uiteindelijk te worden opgeheven tijdens de invoering van de burgerlijke stand. In Oost-Nederland werd dikwijls de naam van de boerderij, de eigenaardigheden zoals een bepaalde kenmerk of een beroep aangeduid als achternaam. Zo zijn er nog steeds bekende achternamen zoals: de Lange, De Groot, Bakker, Visser en Smid.
Dit veranderde echter na de inlijving van Nederland in 1810 door het Franse keizerrijk van Napoleon Bonaparte. Door de invoering van het burgerlijk wetboek, ook wel de ‘Code Civil ‘ of de Code Napoleon genoemd werden de regels voor de burgerlijke stand opgesteld en werd het verplicht om geboortes, huwelijke en overlijden officieel te laten registreren bij het gemeentesecretariaat. Gedurende de periode 1811 – 1812 kon men bij de gemeente officieel een familienaam bevestigen of aannemen, maar in de praktijk werd dat niet zo heel veel gedaan. Veel mensen die al generaties lang dezelfde familienaam hadden, vonden dit niet zo noodzakelijk.
De meeste inwoners van Nederland hadden voor de inlijving van Nederland door Frankrijk al een familienaam die echter niet officieel geregistreerd was, maar ontstaan was uit het patroniemensysteem. Een patroniem of vadersnaam geeft aan hoe de vader van de naamdrager heet en is dus afgeleid van de naam van de vader. Bekende voorbeelden hiervan zijn: Willemsen (Willemszoon), Janssen (Janszoon), Pietersen (Pieterszoon). Maar omstreeks 1800 was het patroniemensysteem nog volop in gebruik, om uiteindelijk te worden opgeheven tijdens de invoering van de burgerlijke stand. In Oost-Nederland werd dikwijls de naam van de boerderij, de eigenaardigheden zoals een bepaalde kenmerk of een beroep aangeduid als achternaam. Zo zijn er nog steeds bekende achternamen zoals: de Lange, De Groot, Bakker, Visser en Smid.
Dit veranderde echter na de inlijving van Nederland in 1810 door het Franse keizerrijk van Napoleon Bonaparte. Door de invoering van het burgerlijk wetboek, ook wel de ‘Code Civil ‘ of de Code Napoleon genoemd werden de regels voor de burgerlijke stand opgesteld en werd het verplicht om geboortes, huwelijke en overlijden officieel te laten registreren bij het gemeentesecretariaat. Gedurende de periode 1811 – 1812 kon men bij de gemeente officieel een familienaam bevestigen of aannemen, maar in de praktijk werd dat niet zo heel veel gedaan. Veel mensen die al generaties lang dezelfde familienaam hadden, vonden dit niet zo noodzakelijk.
Beantwoord nu onderstaande vragen aan de hand van bovenstaande tekst.